acht op de tien studenten vindt de stijging van 475 naar 600 uren noodzakelijk.
Ongeveer één op de drie jobstudenten (32%) geeft aan soms te werken tijdens de blok of de examens. In Wallonië (39%) ligt dat percentage significant hoger. Ook leeftijd speelt een rol. Hoe ouder, hoe vaker men werkt tijdens deze periode. Ook zelfstandig wonende studenten en kotstudenten werken vaker tijdens de examenperiode. In het begin van de peilingen in 2018 werkte slechts 24% van de studenten tijdens de blok. Dat blijkt uit de jaarlijkse studentenstudie van hr-dienstverlener Randstad bij 1.000 studenten.
Naast werken tijdens de blok, durven studenten ook af en toe te werken tijdens de lesuren. De meerderheid van de studenten die tijdens de lesuren werkten, moesten hiervoor lessen overslaan (67%). Het aantal studenten bij wie dit frequent gebeurde daalde wel aanzienlijk. 16% van de respondenten gaf aan meerdere keren per week en 11% meerdere keren per maand lessen te hebben overgeslagen om te kunnen werken.
Bijna de helft van de jobstudenten gaf aan dat werkgevers hen probeerden te overtuigen om tijdens de lesuren te werken.
10% werkt alleen tijdens de zomervakantie.
78% van de studenten werkt als jobstudent tijdens de zomervakantie. Op regionaal niveau ligt het percentage dat aangeeft te werken tijdens de zomervakantie significant hoger bij studenten die wonen in Vlaanderen (80%) en Brussel (79%) tegenover zij die wonen in Wallonië (75%). Vooral de toename in Wallonië is opvallend. Vorig jaar lag dit nog op 69%.
75% van de respondenten werkt als jobstudent tijdens de rest van het jaar. Dat is hetzelfde aantal ten opzichte van vorig jaar. Het percentage dat aangeeft te werken tijdens het jaar ligt significant lager in Wallonië (70%) dan in Vlaanderen (77%) en Brussel (76%). Bij de eerste meting in 2004 werkte 30% van de studenten tijdens het schooljaar.
Slechts 10% van alle studenten werkt alleen tijdens de zomervakantie, 7% alleen tijdens het schooljaar. Net als vorig jaar combineerde 68% van de studenten dus werk in beide periodes. Drie jaar geleden was dat slechts de helft van de studenten (51%).
acht op de tien studenten vindt de stijging van 475 naar 600 uren noodzakelijk.
Sinds 1 januari 2023 mogen studenten tot 600 uur per jaar werken tegen verlaagde sociale bijdragen, in plaats van 475 uur. Dat heeft gevolgen, bijvoorbeeld voor het 'ten laste' zijn van de ouders en de kinderbijslag. 73% van de bevraagde studenten was hiervan op de hoogte.
Bij de bevraging vorig jaar polsten we al naar de intenties van de studenten om hiervan gebruik te maken: 29% van de studenten die reeds studentenarbeid verrichtte, gaf toen aan de intentie te hebben om meer te werken dan 475 uren terwijl hetzelfde aantal aangaf niet meer te zullen werken dan 475 uren. Ongeveer vier op de tien studenten wou dan weer gebruikmaken van deze nieuwe regelgeving maar zei dat het niet combineerbaar was met de studies.
Als we vervolgens kijken naar het werkelijke - zelfgerapporteerde - gedrag dan zien we dat 34% van de studenten die het afgelopen jaar studentenarbeid hebben verricht, aangeven gebruikgemaakt te hebben van deze nieuwe regeling en dus meer dan 475 uren per jaar gewerkt te hebben. 14% van de studenten zou willen gebruikmaken van deze nieuwe regelgeving maar zegt dat het niet te combineren is met de studie. 52% zegt minder dan 475 uur gewerkt te hebben.
Bijna acht op de tien studenten (77%) vindt de stijging van 475 naar 600 uren noodzakelijk. Dat is een stijging van 6 pp. ten opzichte van vorig jaar. Zes op de tien studenten zou nog meer dan 600 uren per jaar willen werken.
Werken maakt voor de grootste groep studenten deel uit van het dagelijks leven. Studentenarbeid blijft al enkele jaren op een stabiel hoog niveau en lijkt zijn plafond te hebben bereikt. Met de afloop van de relancemaatregel eind dit jaar, die studenten toestond om tot 600 uren te werken, geven studenten duidelijk aan geïnteresseerd te zijn in een verlenging. Echter stelt de vraag zich of dit wenselijk is, aangezien de studies uiteraard nog steeds prioriteit horen te krijgen.
loonkloof gedicht.
Het mediaan uurloon (13 euro) ligt één euro hoger dan vorig jaar. Het gemiddelde uurloon is volgens studenten 13,50 euro per uur (tegenover 13 euro vorig jaar). Dit jaar zijn er geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen.
horeca populairste sector, kassier(ster) populairste studentenjob.
De sectoren die het meest een beroep doen op studenten zijn overduidelijk de horeca (23%), de kleinhandel (21%) en de vrije tijd (pretparken, clubs,...) (8%). Productiebedrijven (8%) en de overheid (7%) vervolledigen de top 5.
Kassier(ster) (12%) is net als vorig jaar de populairste studentenjob. Magazijnier (11%), administratief bediende (9%), rekkenvuller (7%) en arbeider in een productiebedrijf (6%) vervolledigen de top 5.