De opkomst van AI is overduidelijk een toegevoegde waarde voor Belgische werknemers met een (milde) beperking. Ruim de helft (54%) onder hen gebruikt het om problemen op het werk op te lossen, wat opvallend veel meer is dan bij collega’s zonder beperking (34%). Dat talent met een beperking met overtuiging AI omarmt, is één van de meest opvallende vaststellingen uit het understanding talent scarcity: AI and equity rapport van HR-dienstverlener Randstad. Het rapport baseert zich op gegevens van 1.200 Belgische werknemers, waaronder 200 werknemers met een milde tot ernstige beperking. Verder blijkt uit het onderzoek dat bedrijven meer moeten inzetten op AI-training op de werkvloer. Zo niet riskeren ze dat waardevol talent hun bedrijf verlaat.
Vandaag (3 december) is het de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking. Naar aanleiding van deze dag komt Randstad met nieuwe inzichten uit zijn understanding talent scarcity: AI and equity rapport. Hiervoor werden de gegevens geanalyseerd van 1.200 Belgische werknemers waarvan zo’n 200 met een (lichte) beperking. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen met een autismespectrumstoornis, moeite met lopen, gehoorverlies, een spraakstoornis of leerproblemen. Kortom, beperkingen die het uitvoeren van bepaalde taken moeilijker voor hen maken.
werknemers met een beperking zoeken oplossingen met AI
Het onderzoek laat zien dat werknemers met een beperking op de werkvloer opvallend vaker beroep doen op AI. Bijna de helft (49%) gebruikt AI minstens wekelijks voor het werk, tegenover bijna een derde van hun collega’s zonder beperking (32%). Ruim de helft (54%) van de werknemers met een beperking gebruikt het om problemen op het werk op te lossen, wat opvallend veel meer is dan bij collega’s zonder beperking (34%).
Zo zet iets meer dan de helft van de respondenten met een beperking (51%) AI in om niet-administratieve taken sneller uit te voeren, zoals het schrijven of vertalen van e-mails. Bij hun collega’s zonder beperking ligt dit percentage op 43%. Daarnaast gebruikt ruim de helft van de werknemers met een beperking (56% tegenover 37% van hun collega’s) AI voor administratieve taken, zoals het maken van notities, het inplannen van vergaderingen of het analyseren van data.
Uit hetzelfde onderzoek blijkt echter dat 57% van de werknemers met een beperking zelf op zoek moeten naar opleidingen om hun AI-vaardigheden te ontwikkelen. Bij hun collega’s zonder beperking geeft slechts 37% dit aan. Verder geeft maar liefst één op vijf werknemers aan van job te zullen veranderen als er geen AI-training aangeboden wordt op hun werk. Bij ruim een derde van de werknemers met een beperking (34%) is dat het geval, tegenover 18% van hun collega’s.
We zien dat AI de arbeidsmarkt sterk aan het veranderen is. Het vraagt om andere vaardigheden en beïnvloedt hoe we ons werk doen. Ons nieuwste onderzoek toont aan dat AI niet alleen voor meer efficiëntie zorgt, maar ook veel breder inzetbaar is en een ondersteunende rol kan spelen voor mensen met een beperking. Zo kan het bijvoorbeeld drempels rond toegankelijkheid wegnemen en een meerwaarde zijn voor mensen met een gehoorbeperking door realtime ondertiteling of voor mensen met een visuele beperking door beeldherkenning.
AI-scholingsmogelijkheden op het werk: België hinkt achterop
Verder blijkt ook dat slechts één op drie Belgen (33% tegenover gemiddeld 38% wereldwijd) van zijn werkgever AI mag gebruiken op het werk. Bijna evenveel Belgische werknemers (31% tegenover gemiddeld 35% wereldwijd) krijgen AI-training aangeboden door hun baas. Opvallend: iets meer Belgische vrouwen (31%) dan mannen (29%) krijgen deze mogelijkheid, terwijl dit gemiddeld over alle landen heen net omgekeerd is: 38% van de mannen tegenover 32% van de vrouwen krijgt AI training aangeboden.
Op het vlak van AI-training is er dan wel geen genderkloof in ons land, maar er is wel een generatiekloof. Slechts 18% van de oudere werknemers (45 tot 65 jaar) krijgt AI-scholingsmogelijkheden van zijn werkgever, tegenover 41% van hun jongere collega’s (18 tot 24 jaar).
Het onderzoek laat ook geografische verschillen zien in de AI-impact. In opkomende markten zoals India en Brazilië geven respectievelijk 68% en 65% van de respondenten met een beperking aan dat het AI-gebruik de toegankelijkheid van hun werk verbeterd heeft. In Europese landen zoals België (43%), Frankrijk (43%), Duitsland (42%) en Nederland (36%) ligt dat percentage een stuk lager. Dit kan verklaard worden doordat een pak meer Indiërs (69%) en Brazilianen (69%) vandaag al kunstmatige intelligentie gebruiken in hun job, in vergelijking met Fransen (42%), Duitsers (41%) en Nederlanders (36%). Van onze buurlanden scoort België hier het slechtst (33%).