https://www.randstad.be
https://www.randstad.be

Gendergelijkheid is een issue dat veel verder reikt dan de werkvloer. Het is een breed maatschappelijk streefdoel, en staat in tijden van arbeidskrapte meer dan ooit bovenaan de agenda van het (bedrijfs)beleid. In deze artikelenreeks zoomen we samen met professor Patrizia Zanoni (UHasselt en UUtrecht) in op oorzaak, gevolg en impact van segregatie of sociale scheiding tussen mannen en vrouwen.

Nog niet zo lang geleden kreeg een mannelijke minister bakken kritiek over zich heen omdat hij op de valreep weigerde deel te nemen aan een debat met uitsluitend mannelijke deelnemers. “Ik had het ook zelf te laat in de mot, maar dit is 2018: een panel zonder vrouwen = geen echt politiek debat. Zonder mij dus. Sorry”, tweette hij naar de wereld. Het incident heeft alvast die verdienste dat het aantoont hoe gendergelijkheid hoger klimt op de politieke agenda.

Of die goede intenties hun weg vinden naar de praktijk en de arbeidsmarkt is nog maar de vraag. Op de Wereldwijde Index Gendergelijkheid 2017 van het Wereld Economisch Forum staat België op het vlak van gelijkheid tussen man en vrouw op de 31ste plaats, of 7 plaatsen lager dan in 2016. Zo verdient een vrouw jaarlijks gemiddeld (31.447 euro) een pak minder dan een man (48.517 euro) en zijn er beduidend minder vrouwelijke managers of leidinggevenden.

quote icon

De tijdsbesteding van vrouwen en mannen verandert nauwelijks.

genderstereotiepe tijdsbesteding

“Op Europees niveau scoort België op de Gender Equality Index 2017*met 70,5 (waarbij 100 totale gendergelijkheid betekent) gemiddeld een stuk beter dan de 28 EU-landen (66,2)”, nuanceert Prof. Patrizia Zanoni (UHasselt/UUtrecht) die al jaren onderzoek doet naar gendergelijkheid. Op de meeste kernindicatoren boeken we vooruitgang, zoals toegang tot betaalde arbeid, opleiding en onderwijs (kennis), financiële middelen (geld), beslissingsmacht en gezondheid (stabiel). Uitgezonderd voor het domein 'tijd' waar ons land zakt van 71,8 naar 65,3. Dat bevestigt dat er nauwelijks een wezenlijke verandering is in de tijdsbesteding van vrouwen en mannen. “Ook al groeide de tijdsbesteding van mannen en vrouwen naar elkaar, zien we die tendens opnieuw keren. Vrouwen spenderen weer meer tijd aan onbetaalde zorgtaken en hebben relatief minder vrije tijd”, verklaart prof. Zanoni.“Wanneer overheden op sociale dienstverlening besparen (denk aan ongesubsidieerde kinderopvang of ouderen- of gehandicaptenzorg die tekort schiet), worden deze taken vooral door vrouwen overgenomen.”

segregatie in onderwijs versterkt genderkloof

Positief is dat steeds meer vrouwen slagen in hogere studies. Toch blijven de studierichtingen veel meer gesegregeerd dan in andere Europese landen – op medische en biowetenschappen na. Onze scholen en overheden op alle niveaus slagen er maar nauwelijks in om meer vrouwen aan te trekken voor bijvoorbeeld STEM-opleidingen. Ondanks het groeiend tekort aan dat soort profielen op de arbeidsmarkt. “Technologie-georiënteerde beroepen hebben nochtans een hogere status en verlonen beter dan de 'zachtere' beroepen waarvoor het merendeel van de vrouwen nog altijd kiest. Vanwege de moeilijk te keren gendersegregatie in het hoger onderwijs gaan bedrijven die profielen nu in het buitenland zoeken. STEM-beroepen zijn immers minder gebonden aan de lokale taal en cultuur.” De gendersegregatie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt zijn katalysatoren voor de genderloonkloof op de arbeidsmarkt.

quote icon

"Wie een inkomen genereert, bouwt ook meer sociaalrechtelijke rechten op.

kostwinnersmodel beperkt sociaalrechtelijke bescherming en loopbaankansen vrouwen

Sinds de jaren 80 participeren steeds meer vrouwen aan betaalde arbeid, onder meer dankzij een doelgericht kinderopvangbeleid. Dat is goed nieuws, want wie een inkomen genereert, bouwt ook meer sociaalrechtelijke bescherming op, zoals een pensioen. Maar die participatie vertaalt zich veel minder in FTE's. “Een hele grote groep vrouwen werkt immers deeltijds”, nuanceert prof. Zanoni, “om thuis een aantal onbetaalde zorgtaken op zich te nemen, terwijl de man vaker de voltijdse kostwinner is. Men noemt dat het anderhalve kostwinnersmodel dat de participatiekloof in stand houdt en bovendien de loopbaankansen van vrouwen beperkt.”

zichtbare en onzichtbare loonkloof

Arbeid en geld zijn communicerende vaten. Vandaag bestaat er nog altijd een belangrijke loonkloof tussen beide seksen. “Afhankelijk van de berekening bedraagt die tussen 6% en 20%”, leert prof. Zanoni. “De kloof in het gemiddeld bruto-uurloon is veel kleiner dan de kloof in het gemiddeld jaarlijks brutoloon omdat veel vrouwen deeltijds werken. Ook weten we dat ze minder kans maken op extralegale voordelen. Die verschillen hebben een groot effect op hun pensioen, zoals de 'Gender Pay Gap'-campagne terecht benadrukte.” Zes procent is dus een onderschatting

Neem de sportsector. De loonkloof is er vaak enorm. Het argument? Vrouwen trekken veel minder toeschouwers aan en genereren dus minder inkomsten. Maar wie herinnert zich nog dat vrouwenvoetbal begin 20ste eeuw een van de grootste publiekstrekkers was? “In die mate populair zelfs dat de (mannelijke) voetbalbond het verbood omdat vrouwenvoetbal onsmakelijk zou zijn. In de daaropvolgende decennia evolueerde de sport tot een bijna exclusief mannelijk gebeuren.” Anno 2018 hebben vrouwen al heel wat vooruitgang geboekt, maar de weg is nog lang naar een gendergelijke maatschappij en arbeidsmarkt.

Lees komende weken ook de andere artikels in onze reeks over gender(on)gelijkheid.

*De Gender Equality Index 2017 werd berekend op basis van gegevens uit 2015.

disclaimer Randstad vindt het als grootste human resources-dienstverlener van het land belangrijk om op deze blog arbeidsmarktgerelateerde onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken aan bod te laten komen. Dit wil niet zeggen dat we automatisch de standpunten onderschrijven van de specialisten die in onze publicaties het woord nemen.