De digitale kanalen zijn belangrijker dan ooit bij het matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, blijkt uit het onderzoek van Randstad Research over hoe de Belg werk zoekt en vindt . Maar welke lessen over het digitale rekruteren kan je daaruit trekken als je op zoek gaat naar nieuwe werknemers? We nemen een digitale duik met Jan Denys, arbeidsmarktdeskundige bij Randstad.
In België zijn de publieke arbeidsbemiddeling en de uitzendkantoren nog steeds de kanalen waarlangs de meeste mensen werk vinden, zo blijkt uit recent onderzoek van Randstad Research. Dat de bemiddelaars en de uitzendbureaus snel op de digitale trein zijn gesprongen, vormt een belangrijke verklaring voor die vaststelling. Digitaal werk zoeken en vinden, is overigens een stijger met stip in de studie. Google voert het peloton van digitale kanalen aan waarin ook de vacaturesites, bedrijfssites en sociale media zich bevinden. Dat je deze kanalen als bedrijf niet meer links kan laten liggen, spreekt voor zich. We vroegen aan Jan Denys welke bijkomende lessen hij uit de digitale evolutie trekt.
Clicken op een vacature staat niet gelijk aan actief werk zoeken. Mensen clicken ook uit algemene nieuwsgierigheid
1. overschat de clicks niet
Om het belang van digitale kanalen in je rekruteringscampagne naar waarde te schatten, kan je verschillende indicatoren in acht nemen. Eén ervan is het aantal clicks van werkzoekenden die je via een digitaal kanaal verzamelt. “Staar je daar niet blind op”, raadt Jan Denys aan. “Clicken staat niet gelijk aan actief werk zoeken. Mensen clicken ook op een vacature uit algemene nieuwsgierigheid of omdat ze eerder een latente werkzoekende zijn. Je wordt pas een actieve zoeker als je ook na het lezen verder interesse toont. Neem het aantal clicks dus zeker niet als enige factor om het belang van digitaal goed in te schatten.”
2. zie digitaal als een aanvulling, niet als een vervanging
Ook al zijn digitale kanalen duidelijk in opmars, toch mag je ze niet als een vervangmiddel voor de traditionele kanalen zien, vindt Jan Denys. “In deze studie zag je dat werkzoekenden gemiddeld via vier kanalen werk zochten en via twee kanalen werk vonden. Dat is meer dan voorheen en digitale kanalen zorgen voor die extra pijlen op de boog. Maar dat zegt het ook: digitale kanalen komen bovenop bestaande die nog steeds hoog scoren. De mix blijft dus heel belangrijk.”
3. ga aan de slag met data
Als werkzoekenden via meer kanalen zoeken, dan groeit dankzij de digitale voetafdruk ook de kennis over hoe zij zoeken. Die rekruteringsdata bieden een kans om vacatures nog gerichter naar mogelijke kandidaten te sturen. Voor Jan Denys is het een opportuniteit waar bedrijven zeker rekening mee moeten houden. “Je merkt nu al dat het intensieve gebruik van big data de mogelijkheid creëert om veel gerichter boodschappen naar bepaalde doelgroepen te sturen. Dat is een kans die je overigens niet enkel via Google of LinkedIn kan benutten, maar die bijvoorbeeld de arbeidsbemiddelaars via hun digitale kanalen ook kunnen aanbieden.”
4. schat de verleidingskansen juist in
Meer kanalen, meer gerichte vacatures,… maar zorgt dat ook voor meer mensen die van job veranderen? Neen. De digitale verleiding zet de Belg niet aan om sneller andere oorden op te zoeken. “Dat een job maar een click van je verwijderd is, zorgt er inderdaad niet voor dat de jobmobiliteit toeneemt”, stelt Jan Denys vast. “Wie een nieuwe job zoekt, krijgt zeker meer prikkels, maar verandert daardoor niet vaker vrijwillig van werk. Digitale vacaturesites zorgen dus ook niet voor een structureel intenser zoekgedrag. Als de digitale vacaturesites al een positieve impact zouden hebben op zoekgedrag en mobiliteit, dan counteren andere krachten zoals de vergrijzing dit fenomeen. Het wordt interessant om in de toekomst uit te zoeken of dit een typisch Belgisch gegeven is.”
Meer weten over het onderzoek van Randstad Research naar werk zoeken en werk vinden?