Almaar meer mensen vinden een job via grote internationale techgiganten als Google, LinkedIn en Facebook. Daarmee verwerven ze een vaste stek naast vacaturesites, private en publieke bemiddelaars. Jan Denys, arbeidsmarktexpert bij Randstad, legt uit wat dat voor ondernemingen betekent.
Uit het onderzoek van Randstad blijkt dat bedrijven als Google, LinkedIn en Facebook hun rol in het matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt gevoelig hebben versterkt in de voorbije twee jaar. Die tendens zet zich niet enkel wereldwijd door, maar zeker ook in België, waar intussen 19% van de werkzoekenden werk vindt via Google (in 2009 was dat 17%). LinkedIn stijgt van 9 naar 14% en Facebook van 11 naar 17%. De groeiende impact van de techgiganten gaat wereldwijd niet ten koste van de private en publieke bemiddelaars maar van de vacaturesites, connecties en referenties. De mix van rekruteringskanalen verandert met andere woorden op een duidelijk aanwijsbare manier, maar wat betekent dat precies voor bedrijven die op zoek gaan naar nieuwe krachten? Jan Denys onderscheidt vijf belangrijke adviezen voor werkgevers.
1. experimenteer, evalueer en probeer opnieuw
Het intermediaire ecosysteem is een stuk ingewikkelder geworden, omdat de nieuwe kanalen om te rekruteren de oude niet overbodig hebben gemaakt. Het aantal combinatiemogelijkheden stijgt, zowel om werk te zoeken als om werk te vinden. Om de puzzel te leggen, moeten bedrijven durven experimenteren, stelt Jan Denys. “Als bedrijf moet je meer nadenken over welke kanalen je inzet, maar ook over hoe, wanneer en hoe vaak je dat doet. Voor veel bedrijven is dit redelijk nieuw en de HR-managers zullen zich in de eerste plaats op hun eigen ervaring moeten baseren. Dat betekent: data bijhouden over je werkwijze en daar ook effectief iets uit leren. Daarnaast kan je binnen een netwerk good practices gaan uitwisselen om systematisch kennis op te bouwen. Het is geen rocket science, maar je moet je data goed bijhouden.”
2. stem employer branding af op de sociale media
Nieuwe kanalen zorgen ook een prominenter belang vaan employer branding. Of anders gesteld: meer kansen om die employer branding in de verf te zetten. “In deze constellatie wint employer branding alleen maar aan belang omdat er meer mogelijkheden zijn”, bevestigt Jan Denys.
“Je werknemers zijn ook op de sociale media aanwezig en je kan ook hun netwerken aanboren. Daar moet je op een zeer intelligente manier mee weten om te springen, want het zijn kanalen die je heel makkelijk – met een druk op de knop – kan aanwenden. Bedrijven krijgen daardoor een groter volume aan sollicitaties binnen, maar de kwaliteit kan gemiddeld lager liggen.”
3. waak over het selectiesysteem
Makkelijk vacatures verspreiden en er even makkelijk op reageren, betekent dat bedrijven meer tijd zullen moeten investeren in het selecteren. Een lagere drempel betekent dat een scherper selectiesysteem zich opdringt. Jan Denys raadt mensen aan minder te solliciteren – “less is more” –, maar ziet tegelijk ook wat bedrijven kunnen ondernemen. “Werk vooral een systeem uit waarbij je correct en deontologisch selecteert. Op basis van geslacht of leeftijd kan je geen kandidaten weerhouden of weigeren. Zoek andere, inhoudelijk correcte, criteria en houd ook de risico’s van sociale media inzake discriminatie in het achterhoofd. De kans op onbedoelde discriminatie bestaat en wordt een grote uitdaging voor de algoritmes van de techgiganten.”
4. laat het generatiedenken los
Bedrijven die meer aandacht schenken aan sociale media in hun rekruteringsmix, zetten niet automatisch sterker in op jongere werknemers. Het is een hardnekkig misverstand dat Jan Denys graag de wereld uithelpt. “Ook dertigers, veertigers en vijftigers zijn goed vertegenwoordigd op de nieuwe kanalen”, bevestigt hij. “Het loslaten van het generatiedenken sluit aan bij een ander thema: de schaarste op de arbeidsmarkt. Daardoor komen nieuwe segmenten in het vizier en de 65-plussers horen daar zeker bij. Naar analogie met de jobstudenten zal dit een groep worden die deeltijds wil werken. Het profiel van de 65-plussers is uiteraard anders, meer ervaren, waardoor ze een belangrijke maar nog onderbenutte reserve op de arbeidsmarkt vormen.”
5. wees je bewust van je kwetsbaarheid
Bedrijven kunnen op sociale media hun employer branding enerzijds sterker uitspelen, maar hebben er anderzijds ook iets meer te verliezen. “Klopt”, zegt Jan Denys. “Wie het niet goed aanpakt en slecht HR-werk levert zal sneller en strenger worden afgestraft. Negatieve verhalen komen sneller aan de oppervlakte, bedrijven zijn kwetsbaarder. Op dit gebied zijn ondernemingen een glazen huis geworden: interne communicatie kan makkelijker externe communicatie worden. Toets al je communicatie daarop af: is het extern-proof? Veel bedrijven zijn zich hiervan nog niet bewust. Met wat geluk wordt iets niet opgepikt, maar daarop heb je geen vat. Die kwetsbaarheid is een almaar belangrijker aandachtspunt.”
Wil je meer weten?