cyberpestgedrag
cyberpestgedrag

Maar liefst 1 op 10 werknemers is het slachtoffer van cyberpesten. Dat pestgedrag gebeurt online, bijvoorbeeld via e-mail of sociale media. Omdat cyberpesters zich bovendien vaak verschuilen achter een schuilnaam, is cyberpesten ontzettend moeilijk om op te sporen. Daarom is het belangrijk dat je als leidinggevende regelmatig je voelsprieten uitsteekt en met je medewerkers in gesprek gaat. Met deze zes tips geef je cyberpesters geen kans. 

1.werk aan een open bedrijfscultuur

First things first: zorg voor een bedrijfscultuur waar meningsverschillen bespreekbaar zijn. Als je collega’s op een respectvolle manier met elkaar in discussie durven te gaan, vermijd je dat kleine irritaties uitmonden in onwerkbare situaties en pestgedrag. 

2.zorg voor informele team momenten

Organiseer regelmatig activiteiten waarbij alle teamleden betrokken zijn. Zo krijg je een beter zicht op onderlinge relaties, waardoor je sneller spanningen opmerkt. En je werkt aan een positieve teamgeest, want je leert elkaar op een andere manier kennen en verstevigt de onderlinge vertrouwensband. 

Je hoeft daarvoor trouwens geen grootse teambuildings te organiseren. Ga gewoon eens met z’n allen op café. Of organiseer een etentje. In die gemoedelijke sfeer ontstaan de beste en leukste gesprekken

 

wat-nu
wat-nu

3. maak cyberpesten bespreekbaar

Als je niet weet wat cyberpesten inhoudt, is het ook moeilijk om pestgedrag te herkennen en aan te pakken. Organiseer voor je team regelmatig een workshop of infosessie over (cyber)pesten. Zo plaats je het thema op de agenda. En vergroot je de kans dat collega’s elkaar durven aan te spreken op ongepast gedrag. 

Maak je medewerkers ook duidelijk dat iedereen het slachtoffer kan worden van cyberpesten. En geef hen enkele tips over hoe je best omgaat met pestgedrag. 

4. stel een vertrouwenspersoon aan

Slachtoffers van (cyber)pestgedrag schamen zich vaak, omdat ze ervan uitgaan dat het probleem bij hen ligt. Stel een vertrouwenspersoon aan in je organisatie: een collega met een flinke dosis empathie en een luisterend oor bij wie collega’s durven aan te kloppen. 

Die vertrouwenspersoon geeft advies en steun, maar heeft ook zwijgplicht. Daardoor kan het slachtoffer vrijuit praten, eventueel zelfs anoniem. 

wat-nu
wat-nu

5.wees alert voor signalen en reageer snel

Slachtoffers van (cyber)pesten tonen vaak afwijkend gedrag. Is je collega veel prikkelbaarder dan gewoonlijk? Meldt hij zich vaker ziek? Of is hij niet langer zijn enthousiaste zelf? Ga dan even bij hem langs en zeg: “Ik merk dat je de laatste tijd minder energie hebt. Is er een probleem waarbij ik je kan helpen?”

Door die vraag te stellen, geef je hem de kans om zijn verhaal te doen. 

6. pas je arbeidsreglement aan

Maak je werknemers duidelijk dat het je ernst is en neem in je arbeidsreglement een clausule op over (cyber)pesten op het werk. Vermeld hier alle richtlijnen over het gebruik van ICT en internet. En voeg ook de naam en de contactgegevens van de vertrouwenspersoon toe. 



Draag zorg voor je medewerkers en voorkom dat pesterijen de sfeer en de productiviteit op de werkvloer verzieken. Graag meer tips? De experten van Randstad geven je advies. 

 

wat-nu
wat-nu