Als de werkgever aan de werknemer de keuze biedt tussen een salarisverhoging of een bedrijfswagen, kiezen de meesten nog altijd voor de auto. Maar daar zijn valkuilen aan verbonden voor de werkgevers. Daarom kunnen beide partijen beter meteen klare wijn schenken via een duidelijke “car policy”, zodat iedereen goed weet waaraan zich te houden. Dat zegt advocaat Filip Tilleman, die de bedrijfswagen wel eens omschrijft als de achilleshiel van de Belgische arbeidsovereenkomst.
waarom noemt u de bedrijfswagen de achilleshiel van de arbeidsovereenkomst?
Het is zonder twijfel één van de meest gevoelige elementen in de relatie tussen werkgevers en werknemers, waarbij de emoties hoog kunnen oplaaien. Dat merkt u al van bij het begin van de arbeidsrelatie. Dikwijls is het privaat gebruik van de bedrijfswagen, en vooral het type wagen, de lokvogel om een werknemer de stap te laten zetten naar een bepaald bedrijf. Al snel blijkt dat tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, zodra de werkgever ook maar iets verandert aan het type wagen of het aankoopbudget, dit tot fricties en hoog oplaaiende discussies met de werkgever leidt. Maar ook op het einde van de arbeidsovereenkomst komt opnieuw die gevoeligheid van het gebruik van de bedrijfswagen naar boven.
waar kan het al fout lopen bij aanvang van de arbeidsovereenkomst?
Het is ontzettend belangrijk om heel uitvoerig te beschrijven wat de rechten en ook de plichten zijn van de werknemer. Schenk dus van bij de start klare wijn om moeilijkheden of interpretatieproblemen tijdens het gebruik van die bedrijfswagen te vermijden. Een goed voorbeeld is de betaling van boetes bij verkeersovertredingen. Werknemers gaan er soms van uit dat verkeersboetes moeten betaald worden door de werkgever. Echter, bij een verkeersboete geldt het strafrecht en dat bepaalt dat de overtreder persoonlijk aansprakelijk is. De boete moet dus betaald worden door de werknemer zelf.
welke discussies over bedrijfswagens kunnen opduiken tijdens de arbeidsovereenkomst?
In de praktijk is de bedrijfswagen tijdens ziekte een gevoelig punt. Het basisprincipe is dat de werkgever tijdens de eerste 30 dagen het gewaarborgd loon moet betalen, zodat de werknemer ook het recht behoudt op privaat gebruik van de bedrijfswagen. Vanaf de 31ste dag vervalt de verplichting tot het betalen van loon en dus ook de verplichting tot het laten van de bedrijfswagen aan de zieke werknemer. Uiteraard, als iemand echt zwaar ziek is, dan kan de werkgever beslissen om die bedrijfswagen toch te laten. Maar bij vermoeden van misbruik van ziekteverzuim, is het aangewezen om de bedrijfswagen effectief op de 31ste dag terug te roepen.
wat zijn de valkuilen bij het ontbinden van de arbeidsrelatie?
Als de arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werkgever, dan zijn twee scenario's mogelijk. Geldt een opzegperiode, dan loopt de arbeidsovereenkomst tijdens de opzeg gewoon door. Dus moet de werkgever het privaat gebruik van de bedrijfswagen tijdens de te presteren opzeggingstermijn laten aan de werknemer. Stelt de werkgever een onmiddellijk einde aan de arbeidsovereenkomst via een verbrekingsvergoeding, dan moet de bedrijfswagen onmiddellijk terug worden gebracht. Dit stuit op onbegrip bij ontslagen werknemers, die er van overtuigd zijn dat ze het recht hebben om die wagen hoe dan ook nog enkele maanden te blijven gebruiken. Het is echter een gunst die een ex-werkgever formeel moet toestaan en waarover ook best een goede overeenkomst wordt opgesteld om bijvoorbeeld te bepalen wie instaat voor het onderhoud van de bedrijfswagen.
Werkgevers en werknemers schenken beter meteen klare wijn: stel een duidelijke “car policy” op, zodat iedereen goed weet waaraan zich te houden!
Meer weten over arbeidsrechtelijke aspecten van de bedrijfswagen of andere hete hangijzers uit het arbeidsrecht?
Randstad vroeg aan advocaat Filip Tilleman waarom hij de bedrijfswagen omschrijft als de achillespees van de Belgische arbeidsovereenkomst. Tilleman is de auteur van De Randstad Werkpocket: alles wat werkgevers en werknemers moeten weten over de wet- en regelgeving op de Belgische arbeidsmarkt.