Sinds begin dit jaar controleren honderden inspecteurs van de sociale inspectiediensten of bedrijven de coronaregels naleven. Waarop richten die controles zich en waaraan mag je je als onderneming precies verwachten?
De controles van de verschillende sociale inspectiediensten spitsen zich toe op drie domeinen: is de werkplaats goed ingericht, leef je het verplicht telewerken na en pas je de coronawerkloosheid correct toe? Drie uiteenlopende vragen die ervoor zorgen dat momenteel inspecteurs van verschillende diensten op pad gaan. De inspecteurs van Toezicht Welzijn op het Werk (TWW) zijn traditioneel bevoegd voor veiligheid op de werkplaats, maar je kan net zo goed inspecteurs over de vloer krijgen van Toezicht op de Sociale Wetten (TSW, ook gekend als de Arbeidsinspectie), de RSZ, het RIZIV, de RSVZ-inspectie, de RVA en Fedris. Deze diensten werken nauw samen om te controleren, te waarschuwen en – bij zware inbreuken – dwangbevelen op te maken. “De praktijk toont evenwel aan dat de TWW-inspecties op de coronareglementering veel grondiger waren dan controles van de andere inspectiediensten”, preciseert Bart Adriaens, Advocaat-vennoot bij Claeys & Engels.
niet enkel de werkplaats telt, ook het preventiebeleid
De inspecteurs komen meestal onverwacht langs. De manier waarop ze hun controle aanpakken, kan echter verschillend zijn. Medewerkers van TSW, RVA, RIZIV, RSVZ en RSZ werken met de Covid-19 controlelijst van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD). Op basis daarvan controleren ze de handhygiëne, social distancing, aanraakoppervlakken, ventilatie en dergelijke meer. Daarnaast onderzoeken zij of een bedrijf passende preventiemaatregelen heeft genomen. Maatregelen zijn passend als ze conform zijn met de Generieke Gids van de FOD WASO. Komt TWW langs om je werkplaats te controleren, dan mag je daarbovenop meer focus verwachten op de correcte werking van de interne preventiedienst. De TWW zal nagaan of je een grondig preventiebeleid rond Covid-19 hebt uitgewerkt. “Verwacht je in dat geval aan vragen naar de risicoanalyses die je hebt uitgevoerd op de werkplaatsen”, zegt Veerle Van Keirsbilck, Senior Associate bij Claeys & Engels. “Denk aan risicoanalyses die je hebt uitgewerkt met de externe preventiedienst, aanbevolen preventiemaatregelen en zelfs een risicoanalyse over de binnenluchtkwaliteit.”
een veilig kantoor is geen reden om aanwezig te zijn
Een inspectiedienst die de werkplaats onder de loep neemt, kan daar ook werknemers aantreffen. Telewerk is tot nader order verplicht tenzij dit onmogelijk is door de aard van de functie. “Een bediende die moet overleggen met productie-arbeiders, heeft een geldige reden”, preciseert Bart Adriaens, “net als een advocaat die opzoekingen moet doen en kopies moet nemen in de bibliotheek van het kantoor. Dat je veilig kan werken op kantoor is dan weer onvoldoende reden om aanwezig te zijn.”
ook ‘een beetje’ werken kan niet tijdens coronawerkloosheid
Sinds eind 2020 controleren de sociale inspectiediensten ook zeer actief of bedrijven de regels over de coronawerkloosheid correct toepassen. De inspecteurs nemen daarbij het strengste standpunt in: tijdens een coronawerkloosheid mag je niet werken, ook niet een beetje. Een mail verzenden of enkele telefoontjes doen, volstaat volgens hen om de werkloosheid voor een volledige maand te verwerpen. In dat geval moet je voor die maand het volledige loon uitkeren. “Inspecteurs deinzen er niet voor terug om alle computers en mailboxen te controleren”, zegt Veerle Van Keirsbilck. “Ze kunnen de in- en uitloggegevens van de verschillende servers en computers nakijken of bepaalde werknemers ondervragen. Je kan er niets aan doen als je mails ontvangt, maar als je zelf initiatief neemt, via de kantoorsystemen, dan meent de RVA dat dit voldoende is voor een verwerping van de werkloosheid.”
zware sancties mogelijk
Stelt de inspectiedienst inbreuken vast op de coronaregels, dan resulteert dat in het beste geval in een waarschuwing. Je krijgt een lijst met wat je in orde moet brengen en tegen wanneer. Bij ernstige inbreuken wacht een dwangbevel en/of een pro justitia. “Het Sociaal Strafwetboek deelt de inbreuken op in vier niveaus”, legt Bart Adriaens uit. “Daar werd een nieuw artikel ingevoegd dat sancties oplegt aan werkgevers die de maatregelen, die genomen zijn in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus, niet naleven. Dergelijke inbreuken worden bestraft met een sancties niveau twee. Dit betekent concreet een strafrechtelijke geldboete van 400 tot 4.000 EUR of een administratieve geldboete van 200 tot 2.000 EUR. Let op, die boetes gelden per werknemer in je onderneming.”