Bij de sociale verkiezingen van 2020 krijgen uitzendkrachten voor het eerst stemrecht. Maar in welke situaties is dat precies het geval? En houd je ook rekening met de uitzendkrachten bij het bepalen van je personeelssterkte? Olivier Wouters, advocaat-vennoot bij Claeys & Engels, geeft tekst en uitleg over de praktische gevolgen.
Van 11 tot 24 mei 2020 staan de vierjaarlijkse verkiezingen van de personeelsafgevaardigden op de agenda van heel wat bedrijven. Meer bepaald ondernemingen met minstens 50 werknemers organiseren de sociale verkiezingen om te bepalen wie zal zetelen in het comité voor preventie en bescherming op het werk. Vanaf 100 werknemers bepalen de verkiezingen ook wie een plaatsje verovert in de ondernemingsraad. Naast de eigen werknemers spelen ook uitzendkrachten een rol. Zij komen drie maal aan bod in de verkiezingsprocedure: om de personeelssterkte te berekenen, om het aantal mandaten in de ondernemingsraad en het preventiecomité te berekenen, en voor de samenstelling van de kiescolleges. Olivier Wouters zet het voor ons even op een rijtje.
Welke uitzendkrachten tellen mee voor de drempels van 50 en 100 werknemers?
Uitzendkrachten die bij de gebruiker werkzaam waren tijdens het tweede trimester van 2019 (april-juni) tellen mee om te bepalen of de tewerkstellingsdrempel van 50 of 100 werknemers behaald wordt. Dit geldt niet voor uitzendkrachten die vaste werknemers vervangen waarvan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is (bijvoorbeeld wegens ziekte, tijdskrediet). Deze uitzendkrachten moet je dus niet meetellen. De vervangen werknemers tellen immers reeds mee in de berekening.
Hoe bepalen uitzendkrachten het aantal mandaten?
Volgens de wet hangt het aantal personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en het preventiecomité af van het aantal werknemers op dag X (die in februari 2020 valt). Hiervoor telt elke werknemer voor één eenheid, dus ongeacht of het om voltijdse of deeltijdse medewerkers gaat.
“Het gaat om het exacte aantal personen dat op dag X is tewerkgesteld”, preciseert Olivier Wouters, “en voor die telling moeten we volgens het Hof van Cassatie ook rekening houden met het aantal uitzendkrachten die op die dag bij de gebruiker werkzaam zijn. Zij bepalen mee hoeveel plaatsen er op de kandidatenlijsten komen. In een technische bedrijfseenheid met 101 tot 500 werknemers is bijvoorbeeld plaats voor zes effectieve en zes plaatsvervangende leden in de ondernemingsraad. Elke vakbond kan in dat geval een lijst met twaalf kandidaten indienen.”
Ook hier geldt de regel dat een uitzendkracht niet meetelt als hij een vaste medewerker met geschorste overeenkomst vervangt.
Stemmen alle uitzendkrachten mee?
Al wie op de definitieve kiezerslijst staat, mag deelnemen aan de stemming. Nieuw voor deze sociale verkiezingen is dat ook uitzendkrachten stemgerechtigd kunnen zijn bij de gebruiker.
Om stemgerechtigd te zijn, moet de uitzendkracht voldoen aan een dubbele voorwaarde op vlak van anciënniteit.
“Als uitzendkracht kan je deelnemen als je bij de gebruiker van 1 augustus 2019 tot en met dag X (90 dagen voor de verkiezingen) drie maanden ononderbroken hebt gewerkt. Of ook als je in die periode 65 arbeidsdagen, maar dan onderbroken, hebt verzameld”, legt Olivier Wouters uit. “De tweede voorwaarde bepaalt dat je in de periode van dag X tot en met dag X+77 minstens 26 arbeidsdagen aan het werk was bij de gebruiker. Voor die 26 dagen geldt overigens geen pro rata rekening: een dag met drie uren geldt ook als een volledige dag. Om de rekening te maken, is het belangrijk om uit te gaan van de tewerkstelling in de juridische entiteit van de gebruiker of in de technische bedrijfseenheid (TBE) van de gebruiker die gevormd wordt door meerdere juridische entiteiten.
Hiervoor komen alle uitzendkrachten in aanmerking. De regel over het vervangen van een vaste medewerker met een geschorste arbeidsovereenkomst speelt hierbij geen rol. Ook uitzendkrachten die zo'n medewerker vervangen komen dus in aanmerking om te gaan stemmen (als ze aan de anciënniteitsvoorwaarden voldoen).
Deze nieuwe regel zal soms tot een vreemde situatie leiden, bevestigt Olivier Wouters.
De wetgever is op dit punt wat onzorgvuldig: het is mogelijk dat niet iedereen die op dag X op een kiezerslijst belandt er ook nog zal zijn op de datum van de sociale verkiezingen. Daarom is het met goedkeuring van de ondernemingsraad, het CPBW of de vakbondsafvaardiging nog mogelijk om de lijst bij te sturen 77 dagen na dag X. Het is belangrijk dit goed op te volgen aangezien iedereen die op de definitieve kiezerslijst staat mag stemmen. Wie niet op die lijst staat, mag je niet laten stemmen.
Mogen gegevens van uitzendkrachten zomaar op de kiezerslijst?
Om uitzendkrachten op te roepen voor de stemming, heb je als bedrijf nood aan data zoals de adresgegevens van de uitzendkracht, zeker wanneer de uitzendkrachten niet in het bedrijf werkzaam zijn op het moment dat je de oproepingsbrieven aan de kiezers overhandigt, of wanneer in het bedrijf per brief wordt gestemd.
Om de kiezerslijst samen te stellen, heeft een bedrijf dat sociale verkiezingen organiseert ook nood aan de gegevens van de uitzendkrachten.
Plukt de werkgever die uit de overeenkomst met het uitzendkantoor en wie is dan verantwoordelijk voor deze gegevens?
“De Verkiezingswet heeft op dat vlak niets voorzien”, stelt Olivier Wouters vast. “Wel is duidelijk dat de werkgever verantwoordelijk is om de sociale verkiezingen in zijn onderneming in goede banen te leiden. Als gebruiker van de uitzendkrachten is hij ook verantwoordelijk voor de samenstelling van de kiezerslijsten. Het is duidelijk dat je als onderneming dan ook een wettelijke verplichting hebt om de gegevens van de uitzendkrachten bij te houden gelet op hun mogelijk stemrecht. Het is raadzaam voor bedrijven en uitzendkantoren om hiermee pragmatisch om te gaan en niet meer te delen van persoonsgegevens dan wat nodig is voor de sociale verkiezingen.
Wat de kiezerslijsten betreft, adviseert de Gegevensbeschermingsautoriteit om de kiezerslijsten ter beschikking te stellen via een afgesloten platform of een beveiligd intranet dat enkel toegankelijk is voor de werknemers van het bedrijf. Zomaar kiezerslijsten per e-mail in het bedrijf doorsturen naar iedereen zou immers geen voldoende beveiligingsniveau waarborgen.”